de gieren
daarboven op de rotsen
zitten de gieren gezellig bijeen
als werkloos geworden detectives
zij wachten in hun kragen
van bont, tussen hun schouders
verzonken, waarop dan,
en is het wel wachten ?
en waarover praten zij met elkaar ?
vast over het weer want
het regent zachtjes
hebben de gieren een jeugd,
een geheugen ? hebben ze
dromen ? zijn ze verlegen ?
dat weten wij niet
alleen dat ze wind
liever hebben dan regen
les vautours
là-haut sur les rochers
les vautours tiennent gentiment salon
comme des détectives en chômage
ils attendent dans leurs cols
de fourrure, tête rentrée dans
les épaules, mais quoi,
et est-ce bien de l'attente ?
et de quoi parlent-ils entre eux ?
à coup sûr du temps car
il pleut doucement
les vautours ont-ils une enfance,
une mémoire ? ont-ils
des rêves ? Sont-ils timides ?
nous n'en savons rien
seulement qu'ils aiment
mieux l vent que la pluie
Miriam Van Hee,
La cueillette des mûres, Édition bilingue, Traduit du neerlandais (Belgique) par Philippe Noble, Acrylique de couverture Chris De Becker, " Escales du Nord ", Le Castor Astral, 2006.